Low code & team interactie
Chris Vinke, CEO & oprichter GRN Consultancy
Arnaud Disberg, Intelligent Automation Specialist
Ewout Masereeuw, Automation Expert
De ambitie bij hyperautomation is om verregaande automatisering en digitalisering te realiseren over de volle breedte van een organisatie (automation-by-design en digital-by-design). Om deze ambitie waar te maken zijn op onze kaart 4 low code pijlers essentieel:
- Digital experiences
- Automate and digitize work
- Data and insights
- Cloud-native
In een eerder artikel in deze serie hebben we al even kort kennisgemaakt met deze pijlers, nu gaan we verder de diepte in. We bespreken de pijlers 1-voor-1 en geven concrete voorbeelden, vervolgens combineren we de pijlers tot hyperautomation powerplays.
Pijler 1 - Digital experiences
De eerste pijler onder hyperautomation zijn onze digitale ervaringen en interacties, die worden vormgegeven door luisteren, praten, denken, onthouden, kijken en doen. Apps, chatbots en voicebots (conversational AI) vinden we terug in bijna ieder huishouden en worden zo het nieuwe normaal. Met “Ok Google” en “Hey Siri” zetten we muziek op of vragen we waar de files staan. En chatbots dreigen zelfs Google te vervangen en zetten hele beroepsgroepen op scherp.
Deze digitale ervaringen zijn geen nieuwe trend, maar wel nieuw is dat we deze digitale ervaringen steeds vaker met low code realiseren. Low code is daarmee een enorme versneller voor het introduceren van nieuwe digitale ervaringen en de bredere toepassing ervan.
Pijler 2 - Automate and digitize work
De tweede pijler onder hyperautomation is het eenvoudiger en effectiever maken van ons dagelijks werk door te digitaliseren en te automatiseren.
Low code platforms voor het automatiseren en digitaliseren van werk richten zich op alle vormen van werk. Zoals het coördineren van complexe bedrijfsprocessen (workflow en case management), besluitvorming (BRM) en administratieve werkzaamheden (RPA en IDP). Dit is het domein van Taylor en Drucker en alles daar tussenin.
Pijler 3 - Data and insights
De derde low code pijler onder hyperautomation is data – data maakt onze ervaringen betekenisvol. Zonder data is veel van ons werk onuitvoerbaar. We gebruiken daarom allerlei low code technologie om data (near) real-time te verplaatsen, transformeren, delen, visualiseren en analyseren. In de eerste pijler gebruiken we low code technologie die helpt bij het ontsluiten van data, zoals BI dashboards voor data visualisatie, connectors en data pipelines voor het transformeren en verplaatsen van data.
In de tweede pijler gebruiken we vooral (meta)data om uit te vinden waar en hoe we ons werk het best kunnen automatiseren en digitaliseren. Zoals het gebruik van task mining en process mining. Maar de belangrijkste ontwikkeling in deze pijler is natuurlijk AI. Steeds vaker gebruiken we AI in low code door out-of-the-box getrainde AI modellen te gebruiken om ervaringen te verrijken. Maar ook om low code ontwikkeling zelf nog sneller en eenvoudiger te maken – “you describe it, AI builds it”.
Pijler 4 - Cloud-native low code
De laatste, maar zeker niet de minste, pijler is cloud-native low code. Cloud is een enorme versneller voor low code en hyperautomation omdat het de voorgaande pijlers verrijkt met cloud-native eigenschappen.
Steeds meer low code platforms maken daarom de stap naar cloud-native architectuur en infrastructuur, zoals Mendix, Power Platform, OutSystems en Pega. Ook de infrastructuur wordt zelf steeds vaker low code. Services (IaaS, PaaS en SaaS) zijn te grotendeels configureren en de abstractie gaat steeds verder; van serverless tot infrastructure-as-code. Tot slot ligt aan cloud-native ook de DevOps beweging ten grondslag die de automatisering en innovatie verder drijft doordat het principes van continue integratie, continue deployment, feedback, monitoring, testing en delivery benadrukt. Ook dit zien we steeds sterker terug in low code platforms.
Hyperautomation powerplays
Organisaties kunnen met iedere hyperautomation pijler al aanzienlijke waarde realiseren, maar nog krachtiger is het combineren (organisatie en technologie) van pijlers. Door dat te doen ontstaan hyperautomation powerplays. Een hyperautomation powerplay is een proactieve en doelbewuste aanpak om de ambitie van verregaande automatisering te bereiken. Door gebruik te maken van hyperautomation powerplays kunnen organisaties de kans op succes van hun digitale transformatie vergroten en de realisering ervan versnellen. Bij het navigeren met de lowcode & hyperautomation kaart is een powerplay dus eigenlijk de route naar je bestemming. De powerplays die we in dit artikel behandelen zijn bewezen maar niet uitsluitend; er zijn ook andere routes mogelijk.
Powerplay 1 - Cloud-native low code apps, automation & data
De eerste en meest voor de hand liggende hyperautomation powerplay is cloud-native low code. Cloud-native apps, automation en data zijn on-demand beschikbaar, overal toegankelijk, betrouwbaar en (elastisch) schaalbaar. Cloud-native is niet alleen een beter fundament, maar maakt ook compleet nieuwe service modellen mogelijk, zoals robots-as-a-service, AI pair programming en natuulijke dialogen.
Low code zorgt voor de democratisering van technologie en cloud maakt het on-demand, overal en altijd beschikbaar. Deze powerplay is een route vol kansen, maar wel eentje waarvoor je de route zorgvuldig moet uitstippelen. Cloud is niet iets dat je als organisatie er ‘even bij doet’, maar vereist een andere mindset. Ook de verscheidenheid aan cloud services die je kan combineren met low code en hyperautomation leiden nogal eens tot keuzestress. Een goede voorbereiding is hier het halve werk.
Powerplay 2 - Low code apps and automation
Low code automation is de nieuwe de back-end voor apps, chatbots en voicebots. Automation wordt gebruikt om applicaties, data en ervaringen aan elkaar te verbinden. Of dat nu gaat om een SaaS-landschap waarbij cloud flows met een catalogus van honderden out-of-the-box connectors wordt gebruikt, of RPA om te integreren met on-premises legacy applicaties. Al deze functionaliteit is steeds toegankelijker door low code:
- RPA in de backend is een oplossing voor de long tail, waar geen tijd of middelen zijn voor strategische lange termijn oplossingen
- RPA voor integratie met legacy systemen (robots-as-APIs)
- RPA voor web- en PDF scraping
- Cloud automation om gebruik te maken van de vele out-of-the-box connectoren en seamless integratie met cloud services (robots as the new backend)
Het spannende aan deze powerplay is het out-of-the-box denken. In veel organisaties zijn low code en hyperautomation nog belegd bij verschillende teams. Daarbij komt dat zowel low code als automation platforms zich steeds meer in elkaars domein begeven en we door de sales en marketing soms nog maar moeilijk kunnen inschatten waar de kracht en waarde zit van een platform. De kunst van deze route is om hem samen met de low code en automation teams te bewandelen. Lange wandelingen leiden vaak tot de beste gesprekken.
Powerplay 3 - Low code data and apps
Apps en data zijn altijd al onlosmakelijk met elkaar verbonden geweest – van de eerste 3-laags applicatiearchitectuur tot moderne microservice architectuur. Over het algemeen zijn low code platforms gebaseerd op een proces perspectief of een data perspectief. De laatste categorie is powerplay 3 – het datamodel de basis voor de app. Denk aan oplossingen zoals Airtable, Fibery en model-driven apps op Power Platform. De gebruiker definieert het datamodel en het platform doet de rest.
Ook in de gevallen waarbij data niet het vertrekpunt is, zien we steeds meer abstractie en ontstaan oplossingen zoals Mendix data hub en Appian Data fabric die allemaal zorgen voor een steeds rijkere data laag in low code platforms. De data-powerplay is data als vertrekpunt nemen en het voor je te laten werken. Data op orde, apps op orde. Zo haal je veel meer uit de data die je hebt door in te zetten op low code platforms met sterke data lagen. Data en ervaring zijn beide first class citizens in deze powerplay.
Deze powerplay is misschien wel de beste route tot citizen development. Citizens zijn geen developers en hoeven geen applicatiearchitectuur te begrijpen. Wat ze wel begrijpen is het domein waarin ze werken en de begrippen, concepten en wetten daar gelden. De stap naar een datamodel is daarmee veel korter dan naar logica en user interfaces.